Zusjes cavia
Onze cavia’s wonen in de stal, in een prachtig hok. Je mag daar niet in.
Onze medewerkers pakken, als je dat leuk vindt, een cavia voor je uit het verblijf en zetten die voor jou op de tafel. Je mag ze dan knuffelen en aaien. Niet op schoot nemen want cavia’s vinden dat niet altijd even prettig. Als een cavia dan een onverwachte beweging maakt en jij schrikt hiervan, dan kan het voorkomen dat je ze laat vallen met vervelende gevolgen voor de beestjes. Dus daarom lekker op de tafel laten staan en zachtjes aaien en knuffelen.
Cavia’s hebben veel geluidjes om met elkaar te kunnen praten. Het “fluiten”, een hoge harde reeks van piepgeluiden die worden gemaakt om aandacht te trekken. In het wild roepen ze hiermee elkaar en tegen mensen maken ze dit geluid om eten te vragen.
- Zachte piepjes. Dit is meestal een vrolijke cavia die laat weten dat zij er is.
- Kreunend piepen. Een uiting van pijn of ongemak.
- Spinnen en rillen zoals een poes. Je herkent dit geluid vooral bij cavia’s die geaaid worden.
- Klappertanden. Een teken van boosheid of angst.
- Knarsetanden. De cavia heeft trek in iets lekkers.
Cavia’s zijn grote eters en eten de hele dag door. In de natuur eten ze grassen, bladeren, planten en bloemen. Daarom moet de cavia altijd gras en/of droog hooi tot zijn beschikking hebben. Ze vinden dit niet alleen erg lekker om te eten en om op te liggen, maar het is ook nodig voor een goede spijsvertering. Ze mogen veel verse groenten hebben: paprika, peterselie, witlof, bleekselderij, broccoli, paksoi, sla, komkommer en spruitjes. Paprika, wortels en sinasappelpartjes zijn erg goed voor de nodige vitaminen. Fruit mag alleen in heel kleine hoeveelheden omdat er suikers inzitten.